Binnen de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht worden genetisch gewijzigde dieren gebruikt. Dit zijn vooral muizen, maar ook ratten en zebravissen.
Het gebruik van genetisch gewijzigde dieren neemt toe door technische ontwikkelingen, zoals de mogelijkheden van ‘genome-editing’. Hiermee kunnen heel specifieke onderzoeksvragen worden onderzocht. In een deel van de gevallen wordt er een menselijke eigenschap in het dier aangebracht.
Het aantal dierproeven met genetisch gewijzigde dieren steeg van 6.184 naar 7.583. Dit is 37% van het totale aantal dierproeven. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van nieuw onderzoek met genetisch gewijzigde zebravissen naar de invloed van chemische stoffen op stofwisselingsziekten. Het aantal proeven met genetisch gewijzigde muizen was 900 minder dan in 2019. Deze afname kan het gevolg zijn van corona-invloeden (tijdens de lockdown uitgesteld onderzoek) en hoeft geen trend te betekenen.