3V & transitie

Hoe wij werken aan vervanging, vermindering, verfijning en transitie

Jaarverslag 2020
Menu

Homepage

Verantwoording

Onze kijk op dierproeven, dierenwelzijn en open communicatie

3V & transitie

Hoe wij werken aan vervanging, vermindering, verfijning en transitie

Trends

Aantallen proefdieren en dierproeven over meerdere jaren

Verfijning

Verfijning is het zo goed mogelijk zorg dragen voor het welzijn van proefdieren en het zoveel mogelijk vermijden van situaties die het welzijn van de dieren aantasten. Voorbeelden van verfijning zijn: kooiverrijking (strooisel, speelgoed), voldoende ruimte, groepsverblijven, verdoving, pijnstilling en intensieve controle van het welzijn.

1

Cursussen over diersoorten

Volgend op de accreditatie in 2019 van de cursus Proefdierkunde van de Universiteit Utrecht door de Federation for Laboratory Animal Science Associations (FELASA), kregen in 2020 ook de diersoortspecifieke cursussen deze accreditatie. Het brede spectrum is uniek in de wereld. De logische gedachte erachter is dat wie met proefdieren werkt vooral veel verstand moet hebben van de diersoort waarmee gewerkt wordt.

2

Trainen van proefdieren

In 2020 trof een werkgroep voorbereidingen om het trainen van proefdieren breder te implementeren. Dit is al gebruikelijk bij bijvoorbeeld honden en paarden, maar minder bij kleinere dieren, zoals muizen en ratten. Proefdieren die getraind zijn voor het ondergaan van noodzakelijke handelingen, zoals een bloedafname, ervaren minder stress. Dat is goed voor hun welzijn en voor de kwaliteit van de dierproeven. Het project wordt verder uitgewerkt in 2021 met workshops en een interne informatiecampagne.

3

Ruimte voor onderwijsrunderen

Runderen die gebruikt worden in de opleiding tot dierenarts kregen meer ruimte. Een niet meer gebruikte stalruimte werd omgebouwd tot een losloopbox waar runderen afwisselend in mogen. Gemiddeld lopen ze 1 week los in de 3-4 weken. Ook zijn er 3 kleinere losloopboxen gemaakt voor runderen die herstellende zijn van een operatie. Dit is goed voor hun herstel. Veel dieren kunnen nu met 5 dagen terug naar de ligboxenstal. Na een operatie krijgen de runderen voortaan altijd pijnstilling, niet meer alleen op indicatie.

4

Betere leefomstandigheden kippen

In de kippenstallen werd een nieuw lichtsysteem aangelegd dat beter past bij het natuurlijke gedrag van de dieren. Ook de luchtdoorstroming werd verbeterd. Dit is goed voor het dierenwelzijn en voor de kwaliteit van onderzoek.

5

Trainen muizen en ratten

Bij de afdeling Translationele Neurowetenschappen is gestart met muizen en ratten zodanig te trainen dat zij het toedienen van sondevoeding via een flexibele slang vrijwillig toelaten. Dit is prettiger voor de dieren.

6

Buizen voor muizen

Muizen in experimenten, die voor verplaatsingen en gezondheidscontroles vaak bij de staartbasis worden opgetild, worden op beperkte schaal getraind om in een plastic buis of op een open hand te lopen. Dit vermindert de stress en is dan ook beter voor de dieren en voor de betrouwbaarheid van onderzoeksuitkomsten. Deze werkwijze wordt stapsgewijs ingevoerd, omdat zij ook training van de dierverzorgers vraagt.

7

Ruimere kooien voor ratten

In het Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium kregen ratten die ingezet worden voor onderwijs volièrekooien met platforms en hangmatjes. De ratten zijn getraind om naar het deurtje te komen voor een beloning. Hiermee is het welzijn van de dieren verbeterd. De ratten kunnen gemakkelijk uit de kooi worden gehaald voor bijvoorbeeld gezondheidscontrole.

8

Meer oefenen zonder paarden

Voor het oefenen van diergeneeskundige handelingen bij paarden door studenten diergeneeskunde zijn extra oefenmaterialen aangekocht. Studenten oefenen bijvoorbeeld bloed afnemen en rectaal onderzoek eerst op de namaakdelen van paarden, zoals een kunststof voet of achtereind. Pas als ze de handeling onder de knie hebben, krijgen ze les in het uitvoeren van de handelingen bij levende paarden. Dit maakt de handelingen minder vervelend voor de dieren.

9

Huisvesting proefdieren onder de loep

Een interne werkgroep onderzocht mogelijkheden voor extra omgevingsverrijking voor alle in het Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium aanwezige diersoorten. Conclusies, aanbevelingen en eventuele maatregelen worden verwacht in 2021, maar de werkwijze van het onderzoek werd alvast gedeeld in het vakblad Biotechniek om andere laboratoria te inspireren.